Vorig jaar hielden we een brede bevraging bij de inwoners van de Scheldevallei. Er bereikte ons heel wat positieve input, maar ook een aantal vragen, opmerkingen en bezorgdheden. Via deze weg willen we hierop een antwoord bieden. We behandelen in aparte artikels de diverse thema's:

Wat met mijn eigendom?

Het hele proces voor de erkenning verliep niet altijd even gemakkelijk. Doordat de betreffende wetgeving op Vlaams niveau lang uitbleef, heerste er onduidelijkheid wat soms uitmondde in wantrouwen. Er werden door tegenstanders ook wel wat doemscenario’s verspreid: onteigeningen, geen ruimte meer voor landbouw en ondernemen, …. Ondertussen is er al lang duidelijkheid gecreëerd en is er geen reden meer tot ongerustheid. Toch blijft er nog heel wat wantrouwen hangen en kregen we nog wel wat vragen over die eigendomsrechten.

Geen grondinname

  • "De plannen zijn gebaseerd op gratis grondinname van de vele eigenaars en als ze het willen realiseren moeten ze de eigenaars vergoeden aan een eerlijke prijs. Er wordt een claim op private eigendom gelegd. Nationale parken moeten er kunnen zijn maar dit mag niet ten koste zijn van eigendoms- en/of gebruiksrechten in of rond deze gebieden."

Geen enkele eigenaar moet percelen afgeven voor het Nationaal Park Scheldevallei. Het Nationaal Park is een beleidsuitvoerende instrument dat stimulerende initiatieven neemt rond natuur, erfgoed, toerisme, … en ook klimaatrobuuste landbouw. Nationaal Park Scheldevallei zal ook zelf geen gronden in bezit hebben. Maar we werken samen met de overheden en natuurbeheerders die in hun bezit natuurgebieden en -domeinen hebben. We gaan dus niet onteigenen.

Ook stelt het Vlaamse decreet (dat de werking van Nationale Parken wettelijk regelt) heel helder dat de erkenning als Nationaal Park geen invloed heeft op private eigendomsrechten, geen bijkomende verplichtingen oplegt, noch voor een herbestemming van gronden zorgt:

Art. 8. De erkenning als Vlaams Park of de werking van het parkbureau genereert geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen boven op de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen of buiten een Vlaams Park of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen. Onder zakelijke rechten wordt verstaan: het eigendomsrecht, de mede-eigendom, de erfdienstbaarheden, het recht van vruchtgebruik, erfpacht en opstal. Onder gebruiker wordt verstaan: de persoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachthouder of opstalhouder het goed exploiteert of die het onroerend goed huurt conform boek III, titel VIII, van het oud Burgerlijk Wetboek of het Vlaams Woninghuurdecreet van 9 november 2018.

De erkenning als Vlaams Park door de Vlaamse Regering, de werking van een parkbureau en de uitvoering van het masterplan en de operationele plannen kunnen nooit afbreuk doen aan de gemeentelijke bevoegdheden, opdrachten of autonomie. Een parkbureau houdt bij het vervullen van zijn opdrachten rekening met het lokaal beleid, dat autonoom gevoerd wordt door de gemeenten op wier grondgebied het park gelegen is.

Meerwaarde

Geen minwaarde, kans groter op meerwaarde

  • Gaan particuliere eigendommen een minwaarde (in de ruimste zin van het woord) hebben van een Nationaal Park? Gaat dit ten koste van veel gewone burgers die hun eigendom in waarde zien verminderen?

Er zijn zowel nationale als wereldwijde studies naar de opbrengst van een Nationaal Park. De jaarlijkse opbrengst van Nationaal Park Hoge Kempen bedraagt 191 miljoen euro. In dat bedrag zijn allerlei dingen meegerekend. Het gaat van toerisme, de huizenmarkt die stijgt, bedrijven die promotioneel voordeel halen uit het park (denk bijvoorbeeld aan Maasmechelen Village) tot een gezonde leefomgeving, CO opslag, kwaliteit van het drinkwater. En daarmee doen de Hoge Kempen op wereldwijd niveau niet onder voor andere parken. Uit de studie blijkt ook dat Nationaal Park Hoge Kempen 5.000 directe en indirecte jobs oplevert. Het beschermen van de natuur is dus een vliegwiel dat de socio-economische toestand verbetert.

Hier is ook geen hogere wiskunde voor nodig. Hoe mooier en gezonder de leefomgeving hoe aantrekkelijker om te wonen en werken. Een minwaarde zou in dat geval wel heel onlogisch zijn.